De inbreng in de huwelijksgemeenschap van de heer X en mevrouw Y van onroerende goederen behorend tot het eigen vermogen van de heer X, gevolgd door een schenking door beide echtgenoten aan hun twee kinderen, is ingegeven door andere dan fiscale motieven en de voorgenomen schenking niet zal worden beschouwd als fiscaal misbruik in de zin van artikel 3.17.0.0.2. VCF.