In het licht van dat nagestreefde doel is het niet zonder redelijke verantwoording dat de uitzondering op de toepassing van de afzonderlijke aanslag (m.n. “ondubbelzinnige identificatie” uiterlijk binnen 2 jaar en 6 maanden volgend op 1 januari van het betreffend aanslagjaar) in geval van de ondubbelzinnige en tijdige identificatie van de verkrijger, is beperkt tot de niet-verantwoorde kosten en voordelen van alle aard en niet geldt voor de verdoken meerwinsten.