Bij de opname van een tijdsbepaling worden partijen geconfronteerd met een zeer ruime waaier van verschijningsvormen. Naast de summa divisio tussen de opschortende en de uitdovende tijdsbepaling kan de tijdsbepaling al dan niet potestatief zijn, vast of onvast, stilzwijgend of uitdrukkelijk, indicatief of imperatief, omschreven zijn aan de hand van een termijn of aan de hand van een vervaldag en gelden in het voordeel van één van de partijen of van beide partijen. Elk van ..