Dit boek is het resultaat van het recente doctoraatsonderzoek van Jinske Verhellen. Het maakt een grondige doorlichting van de toepassing in de praktijk van het Wetboek IPR (2004) in zaken van personen- en familierecht. De doelstellingen van de wetgever worden getoetst aan uitgebreid empirisch bronnenmateriaal: honderden rechterlijke uitspraken, een databank met 3369 adviesvragen aan het Steunpunt IPR en verschillende diepte-interviews van magistraten. De analyse van de doelstellingen en ambities van de wetgever enerzijds en de ..