De titelomzetting vormt een leerstuk kaderend binnen het ruimere thema van de verkrijgende verjaring. Gedurende een voldoende lange periode moet er sprake zijn van een deugdelijk bezit over een goed. Hieruit blijkt dat het begrip 'bezit' daarbij een centrale rol speelt. Daarnaast kan iemand de feitelijke macht over het goed hebben zonder de intentie om die macht voor zichzelf uit te oefenen. Er is sprake van houderschap. De houder is geen bezitter, hij kan zich ..