De noodzaak om het vrij verkeer en verblijf te beperken van een Unieburger (of een familielid) die ervan wordt verdacht in het verleden te hebben deelgenomen aan oorlogsmisdaden, moet van geval tot geval worden beoordeeld. Die beoordeling impliceert dat de bedreiging die van de betrokken persoon uitgaat voor de fundamentele belangen van het gastland moet worden afgewogen tegen de bescherming van de rechten van de burgers van de Unie en van hun gezinsleden. Lees meer...(bron: ..